Er zijn twee typen te onderscheiden een bolvormige en een klokvormige. De bolvormige is gesloten op een kleine spleet na, waarin een kogeltje zit welke door beweging het geluid veroorzaakt. De klokvormige heeft een klepel welke door het heen en weer bewegen geluid produceert. Kleine bolvormige klokjes worden ook wel belletjes of rinkelbellen genoemd, en maken een indringend geluid. Daarom werden ze vroeger vaak gebruikt om de aandacht te trekken, door bijvoorbeeld de nar. Rinkelbelletjes behoorde vanaf het midden van de 14e eeuw tot de kledingaccessoires, van onder andere artiesten, geestelijken en pelgrims. Maar ze werden ook gebruikt op speelgoed (Rammelaar) en muziekinstrumenten. De grotere exemplaren worden vooral op paardentuigen gebruikt, en worden dan ook regelmatig gevonden. De Klokvormige groeide uit tot de grote luidklokken welke we in een kerk kunnen vinden, maar er zijn ook kleine varianten met een handvat. Deze kloken worden gebruikt om mensen ergens op te attenderen, bijvoorbeeld het oproepen tot gebed of als brandalarm. Kleinere exemplaren werden ook gebruikt bij het hoeden van vee, dit gebeurt in de Alpenlanden nog steeds.
Bikkels worden als werpstenen gebruikt in het spel ‘Bikkelen’. Tot in de 16e eeuw werd dit spel vooral door volwassenen gespeeld, later tot in de 20e eeuw meestal door kinderen. In het begin werden bikkels vooral gemaakt van een hielbeen van een schaap of geit. Deze werden soms verzwaard door lood in de holte van het bot te gieten. De meeste exemplaren zijn voorzien van een merkteken, zodat de eigenaar wist welk van hem waren. Later ontstonden er metalen bikkels, gemaakt van brons, messing, lood of tin. Helaas zijn ze niet te dateren. De bikkel heeft vier zijden met elk een andere rol, en naam in het spel ; de zijde met kuiltje “keerke of kuiltje”, de gladde zijde “stonderke of staander”, de bolle kant “rugge of stoofke” de s-vorm “eske of essel”
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.
De fietsplaatjes van geelkoper waren van 1924 tot 1941 in gebruik. De toenmalige minister H.Colijn was de bedenker, elke fiets moest een belastingplaatje hebben welke 3 gulden (later 2,50) per jaar koste. Voor veel mensen was dit bedrag te hoog, een dienstmeisje bijvoorbeeld verdiende toen ongeveer 2,50 gulden per week. Daarom konden de allerarmsten en de werklozen deze plaatje gratis krijgen. Maar dan wel voorzien van de tekst kosteloos of een groot gat, zodat iedereen kon zien hoe slecht je het had…. Soms worden de plaatjes in een hoesje, bijvoorbeeld van leer, gevonden. Dit komt omdat vanaf 1936 het plaatje niet meer op de fiets bevestigd hoefde te worden, maar je deze ook zichtbaar op je kleding mocht dragen.